Belgisch voorzitterschap: akkoord over zorgplicht voor bedrijven
Belgisch voorzitterschap: akkoord over zorgplicht voor bedrijven
Op 24 april 2013 kwamen meer dan 1.000 werknemers om toen de textielfabriek Rana Plaza in Bangladesh instortte. De tragedie bracht het gebrek aan controle op de arbeidsomstandigheden in derde landen onder de aandacht. De Europese Unie werd hard geconfronteerd met het ongemakkelijke feit dat bedrijven zich schuldig maken aan wanpraktijken, vaak onrechtstreeks via hun dochterondernemingen en onderaannemers in het buitenland.
De ramp stelde het concept van due diligence, een zorgplicht voor bedrijven, op scherp. In eengeglobaliseerde textielsector moeten merken verantwoordelijkheid nemen voor mensenrechtenschendingen en milieuschade in de hele waardeketen.
“Meer dan tien jaar zijn verstreken sinds de instorting van Rana Plaza. Deze catastrofe voor mens en milieu werkt als een wake-up call”, zegt Pierre-Yves Dermagne, minister van Economie en Werk.
“Om een herhaling te voorkomen werd onder Belgisch voorzitterschap een nieuwe richtlijn voor due diligence goedgekeurd door Europa. De nieuwe verordening maakt multinationals verantwoordelijk voor hun daden, overal waar ze actief zijn”, vervolgt de minister, die onder het Belgische voorzitterschap verantwoordelijk is voor het dossier.
Concreet hebben bedrijven voortaan een wettelijke verantwoordelijkheid om schendingen van mensenrechten en sociale rechten (kinderarbeid, dwangarbeid, onrechtmatige onteigeningen, veiligheid van infrastructuur, ...) en milieuschade (ontbossing, vervuiling, ...) in hun hele activiteitenketen te voorkomen.
Bedrijven met meer dan 1.000 werknemers en een jaaromzet van meer dan €450 miljoen zullen onder de regeling vallen, na een gefaseerde implementatie. Tegen 2027 zal in België een veertigtal bedrijven onder deze richtlijn vallen, tegen 2029 zal het gaan om zo’n 200 bedrijven. Ook de leveranciers van deze grote bedrijven worden geviseerd en zullen de maatregelen moeten naleven.
Op straffe van sancties worden er ook milieuverplichtingen ingevoerd, die ervoor moeten zorgen dat de klimaatafspraken uit de akkoorden van Parijs worden nagekomen.
Dit betekent dat bedrijven over een plan zullen moeten beschikken om te zorgen dat hun bedrijfsmodel past binnen de inspanningen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C.
Elke EU-lidstaat zal een toezichthoudende instantie aanduiden die moet controleren of bedrijven aan deverplichtingen voldoen. Er kunnen inspecties en onderzoeken worden opgezet en sancties worden opgelegd aan bedrijven die zich niet aan de verplichtingen houden, gaande van ‘naming and shaming’ tot boetes die oplopen tot 5% van de wereldwijde netto jaaromzet.
Tot slot kunnen bedrijven burgerlijk aansprakelijk worden gesteld voor het niet nakomen van hun zorgplicht en hebben slachtoffers recht op schadevergoeding. Om bedrijven aan te moedigen de zorgplicht na te leven, kan het als criterium bij de gunning van overheidsopdrachten en concessies worden ingevoerd.
“Voor het Belgische voorzitterschap was de goedkeuring van deze tekst een van d prioriteiten”, legt Pierre-Yves Dermagne uit, die het dossier al maanden voorbereidt en verdedigt. “Het Parlement en de Europese Raad hebben een akkoord bereikt en diezelfde de lidstaten hebben de richtlijn vandaag bekrachtigd. Dit is een cruciale en essentiële stap met impact over de hele wereld.”
Om definitief te worden goedgekeurd, moet de tekst nog door de commissie van het Europees Parlement worden behandeld, voor goedkering tijdens de plenaire vergadering van het Europees Parlement in de laatste week van april.