Tekort aan arbeidskrachten
Dankzij de ondersteuning van de regeringen is het banenverlies tijdens de coronacrisis beperkt gebleven. Deze vaststelling, die deze zomer door de Hoge Raad voor Werkgelegenheid is bevestigd, is goed nieuws in het kader van het economisch herstel en de opleving van de economie.
Deze positieve constatatie neemt niet weg dat de arbeidsmarkt kampt met aanhoudende problemen.
“Deze problemen dateren van voor de crisis”, analyseert federaal minister van Werk Pierre-Yves Dermagne. “Dat veel werkgevers geen personeel vinden, zet een rem op de ontwikkeling van talrijke sectoren en dus op het herstel van de Belgische economie.”
Vice-eerste minister Dermagne heeft de regionale ministers van Werk daarom uitgenodigd voor een informele bespreking op vrijdag 10 september, met het oog op de doeltreffende en passende maatregelen in voor structureel het tekort aan arbeidskrachten. Het doel is concrete voorstellen te doen, op federaal en regionaal niveau, om de vacaturegraad terug te dringen. Die vacaturegraad ligt in België met 2,9% ver boven het gemiddelde van de eurozone, namelijk 1,9%.
“De opportuniteiten op vlak jobcreatie die verbonden zijn met het relanceplan en de wederopbouw na de verschrikkelijke overstromingen die het land troffen, moet meer dan ooit een trigger zijn om oplossingen te vinden voor de problematiek rond knelputberoepen”, zegt Pierre-Yves Dermagne. "Het tekort is vooral nijpend in de bouwsector, maar we moeten ons niet beperken tot het topje van de ijsberg. Met positieve stimuli moeten we werknemers op weg zetten.”
Minister Dermagne kiest de weg van het coöperatief federalisme. “Ik zal er onder meer voor zorgen dat de regionale opleidingspremies voor werkzoekenden, waar sterker op zal worden ingezet, volledig kunnen worden gecombineerd met een werkloosheidsuitkering”, legt hij uit.
“Ik pleit ook voor de oprichting van een interfederaal platform voor arbeidsmobiliteit. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat de sociale partners een cruciale rol te spelen hebben om op sectoraal niveau de opleidingen voor knelberoepen tegen het licht te houden.”
De vice-eerste minister engageert zich ook om in de federale regering te pleiten voor meer loon en betere arbeidsvoorwaarden in knelpuntberoepen.
Alle voorstellen die tijdens de vergadering van de ministers van Werk op de tafel komen, zullen in elke regering worden besproken.